Archief

Het is een fascinerend verhaal. Enerzijds is er het tragische lot van de Engelse koning Karel I, onthoofd tijdens de eerste Engelse revolutie, en anderzijds is er het lot van zijn collectie, geconfisqueerd en geveild door Oliver Cromwell om weer geld in de schatkist te brengen en daarna met moeite weer bijeengezameld door Karels erfgenamen. Twee Londense tentoonstellingen doen dit buitengewone avontuur uit de doeken, in het kader van de feestelijkheden ter gelegenheid van de 250e verjaardag van de Royal Academy of Arts in Londen, gesticht in 1768.

Met een weids uitzicht op de stad, zijn nog tot eind april een honderdtal werken van de Amerikaanse textielkunstenares Sheila Hicks te zien in Galerie 3 van het Centre Pompidou in Parijs, de stad die ze sinds begin jaren zestig haar thuis mag noemen. Sheila Hicks werkt op het snijvlak tussen kunst, design, ambacht en architectuur. Haar weerstand om in één van deze hokjes gedwongen te worden, is het gevolg van een verslindende nieuwsgierigheid en een diepe allergie voor academische onderscheidingen.

Bijna 500 jaar geleden groeit in Gouda een jongen op die een van de meest toonaangevende schilders van zijn tijd wordt. Zijn naam is Pieter Pourbus (1523/24-1584). Hoewel Pourbus in Vlaanderen een naam van faam is, geniet de beste schilder die Gouda ooit heeft voortgebracht in Nederland maar weinig bekendheid. Om daar verandering in te brengen organiseert Museum Gouda, in samenwerking met het Groeningemuseum (Brugge), een tentoonstelling over de schilder. De tentoonstelling brengt Pourbus’ mooiste religieuze schilderijen en portretten samen.

Drie jaar geleden ontstond in Den Haag een mooie traditie uit de samenwerking van drie in Art Deco en Art Nouveau gespecialiseerde kunsthandelaren. Geïnspireerd door de 19^e-eeuwse kunstsalons sloegen Jaap Nieuwenhuizen Segaar, Rachel Reijers en Marc Knook toen de handen ineen om elk seizoen een gezamenlijke expositie te organiseren.  De winterexpositie op 10 en 11 februari valt samen met de viering van het driejarige bestaan van de samenwerking, en belooft een extra bijzondere editie te worden.

Vaak in één adem genoemd, is het de eerste keer dat Floris Verster, Jan Mankes, Dick Ket en Henk Helmantel bijeengebracht worden. Museum MORE laat deze vier kunstenaars samen zien in een tentoonstelling die met 120 stillevens, landschappen en portretten meer dan een eeuw realisme omspant. Floris Verster heeft van dit viertal het meest ‘tegenstrijdige’ oeuvre nagelaten. Met zijn monumentale bloemstillevens in een flamboyante stijl zorgde hij voor opschudding in de Nederlandse kunstwereld, maar hij maakte ook minutieus gedetailleerde stillevens op klein formaat.