Maria van Oosterwijk

In de Gouden Eeuw stond de Nederlandse schilder Maria van Oosterwijk in hoog aanzien. De zeldzame stillevens van haar hand kunnen tegenwoordig weer rekenen op de belangstelling van de kunstmarkt. Terecht, want door haar talent en de subtiele elegantie van haar uitgesproken vrouwelijke toets heeft ze het genre van het bloemstuk naar een ongekend niveau getild. Zo subliem waren haar schilderijen dat zelfs de grootste vorsten uit haar tijd erdoor bekoord werden.

Jean-Henri Riesener

Jean-Henri Riesener was een van de befaamdste meubelmakers van de 18e eeuw. Na de dood van zijn meester Jean-François Oeben voltooide hij het fameuze cilinderbureau bestemd voor de Franse koning Lodewijk XV en werd zo meteen de favoriete meubelleverancier van de koninklijke familie, vooral van koningin Marie-Antoinette. Als meubelmaker haalde hij een ongekend niveau van perfectie.

De affaire Ruffini

Het probleem van vervalsingen heeft altijd bestaan op de kunstmarkt. Een pijnlijk voorbeeld daarvan is de affaire Ruffini. De Franse journalist Vincent Noce bracht na lang onderzoek aan het begin van de lente een spannend boek over die affaire uit. Hij beschouwt de zaak als ‘het grootste mysterie van de kunstwereld’. Wij hadden een gesprek met de auteur.

Taxidermie-kunst

Taxidermie heeft een eeuwenoude traditie, zo weten Ferry van Tongeren (°1969) en Jaap Sinke (°1973) van Darwin, Sinke & Van Tongeren (DS&vT). Het stamt al uit de tijd van de ontdekkingsreizigers toen exotische dieren werden meegenomen naar Europa en werden opgezet als ze de dieren niet in leven wisten te houden. Zelf zijn ze er wereldberoemd mee geworden.

Zomerfestivals

Afgelopen maanden bleven door de coronmaatregelen veel exposities onontdekt achter gesloten deuren. Maar deze negen initiatieven kunt u nu al op uw agenda zetten, want allemaal vinden ze plaats in openlucht. Een beetje zon en droog weer en u bent klaar voor een zomer vol kunstfestivals.

Aboriginal art

Hedendaagse kunst geïnspireerd op tradities die duizenden jaren oud zijn: dat lijkt behoorlijk paradoxaal, en toch is dat de simpelste definitie van de kunst die tegenwoordig wordt gecreëerd door Aboriginals in Australië. De kunst van de Aboriginals is levendiger en diverser dan ooit. COLLECT laat u kennismaken met deze unieke wereld, met zijn complexe symboliek, waar eeuwenoude tradities en moderniteit hand in hand gaan.

Haags porselein

Sommigen zijn er gek op, anderen laten het links liggen. Haags porselein wordt vandaag steeds vaker als een tweederangs product gezien, want “het is toch helemaal niet in Den Haag gemaakt?” Toch is deze stelling niet helemaal verdiend. Wij vertellen u waarom.  Bovendien zet het Kunstmuseum Den Haag dit bijzonder staaltje aan Haags historisch vakmanschap

Verslaafd aan keramiek

Tanya Rumpff, conservator moderne en actuele keramiek bij Keramiekmuseum Princessehof gaat in september op pensioen maar eerst geeft ze in Leeuwarden nogmaals het beste van zichzelf in de expositie Huid & Haar. Het is een persoonlijke keuze van zes jaar verzamelen met een bijzondere gevoeligheid voor de zichtbare en tastbare laag en de opgebouwde dieptes en visies in keramiek.

De portefeuille van Napoleon

De portefeuille van Napoleon

Verzamelaars met een keizerlijke passie

Op 5 mei is het 200 jaar geleden dat Napoleon zijn laatste woorden sprak. Om het leven van de keizer te vieren pakken musea wereldwijd uit met topstukken uit openbare en private collecties. Wie verzamelt deze objecten? En waarom zorgt Napoleon na twee eeuwen voor een markt die blijft stijgen?

TEKST: ELENA LOMBARDO

€ 118.000 voor een paar laarzen van de man, € 500.000 voor Napoleon’s keizerlijke troon of € 625.000 voor een gouden laurierblad van zijn kroon. De Napoleonmanie slaat toe. Vandaag proberen zeer veel Napoleon – liefhebbers met grote en minder grote budgetten zo dicht mogelijk bij de keizer te staan. De bedragen die neergeteld worden voor stukken die toebehoorden aan Napoleon Bonaparte (1769 – 1821) spreken tot de verbeelding. Het herdenkingsjaar startte met een veelbelovend continuüm van het fenomeen. Tijdens BRAFA in the galleries in januari bood de Parijse galerie Arts et Autographes een manuscript van 74 pagina’s aan over de slag van Austerlitz, voor het hallucinante bedrag van een miljoen euro. Het document was gedicteerd (en geannoteerd) door Napoleon aan zijn generaal Henri – Gatien Bertrand op het einde van zijn leven op Sint – Helena. Bij Sotheby’s Londen ging op 14 januari voor € 92.000 de sleutel van Napoleon’s kamer op Sint – Helena onder de hamer. “Napoleon – objecten doen het op de markt heel goed”, vertelt Jean – Pierre Osenat. “We kunnen Napoleon zonder twijfel het belangrijkste personage uit de geschiedenis noemen. Hij zorgt voor een enorme fascinatie bij liefhebbers over de hele wereld. Het verzamelgebied is ook zo ongelofelijk breed. Men kan handtekeningen, boeken, gravures, brieven, haarlokken, kledingstukken, juwelen, militaria of meubels uit zijn woningen verzamelen. Ook objecten van figuren uit de entourage van de keizer doen het ontzettend goed.” Sedert jaren is het Franse veilinghuis Osenat de referentie voor Napoleon – memorabilia en stukken uit het Empire – tijdperk. Vier tot vijf keer per jaar houden ze een Empire – veiling in de schaduw van het kasteel van Fontainebleau. “We begonnen een twintig jaar geleden met de thematische veilingen. Niet langer kwamen de schilderijen op schone kunsten veilingen en de manuscripten op veilingen met oude drukken. Wij brachten alles samen in een eclectische mix. Het opende een markt waar al langer een duidelijke vraag naar was en zorgde voor een vernieuwde aandacht voor het verzameldomein.”

Wereldrecords

Zeven jaar geleden zorgde Osenat voor een wereldrecord toen een hoed van Napoleon onder de hamer ging voor 1,8 miljoen euro (incl. kosten). “Napoleon heeft in zijn leven naar schatting 120 hoeden gedragen, waarvan er slechts 19 zijn overgebleven. Ze bevinden zich quasi allemaal in openbare collecties. Het was uiterst uitzonderlijk dat een exemplaar op de markt kwam. De hoed die we in 2014 onder de hamer brachten kwam uit de collectie van de Prins van Monaco en bevond zich in uitstekende staat”, vertelt de veilingmeester. Geschat op € 300.000 – 400.000, werd de hoed van Napoleon gekocht d oor een Zuid – Koreaanse verzamelaar. Een hallucinante biedstrijd voor een uitzonderlijk exemplaar. Ter vergelijking, in 2018 ging de hoed die Napoleon in Waterloo (1815) droeg, in minder goede staat, onder de hamer voor € 350.000 bij De Baecque & Associés in Lyon. Uit de collectie van het vorstenhuis van Monaco verkocht Osenat diverse andere topstukken, waaronder een hemd van de keizer (hamerbedrag € 70.000 excl. kosten), een wieg geschonken door Napoleon aan zijn stiefdochter Stéphanie de Beauharnais (€ 200 .000 excl. kosten), een paar handschoenen van de keizer (€ 60.000 excl. kosten) en een bord van Sèvres uit diens privécollectie, hoogstpersoonlijk door hem meegenomen naar Sint – Helena (€ 410.000 excl. kosten). Maar de hoed van Napoleon was lang niet het en ige wereldrecord dat Osenat vestigde. In 2007 braken ze alle records toen het zwaard dat de keizer droeg tijdens de slag bij Marengo (1800) onder de hamer ging voor 4,8 miljoen euro. Het lijkt dat eens verzamelaars hun zinnen op prestigieuze objecten hebben gezet, ze financieel het onderste uit de kan willen.

Hoed van Napoleon in traditionele vorm, vilt en beverleer , versierd met een witte, blauwe en rode cockade , lengte: 49 cm. Oorspronkelijk uit de collectie van de dierenarts van Napoleon, Joseph Griaud. Later in de collectie van het Vorstelijk huis van Monaco . Verkocht voor 1,8 miljoen euro (incl. kosten) op 16 november 2014 bij Osenat, Fontainebleau. © Osenat. Legende wil dat Napoleon zijn ‘bicorne’ dwars (in plaats van het gangbare recht) op het hoofd droeg, zodat hij herkenbaar zou zijn op het slagveld en zijn troepen zich zouden ophalen door zijn aanwezigheid
Intieme verzamelclub

Een verzamelaar met een van de grootste collecties ter wereld is de Franse expert en televisiefiguur Pierre – Jean Chalençon. De vijftiger kocht de keizerlijke troon van Napoleon i n 2019 bij Osenat voor € 500.000. “Ik ben al van kindsbeen af gepassioneerd door geschiedenis. Verzamelen heeft altijd deel uit gemaakt van het DNA van de Fransman, dus was het voor mij heel natuurlijk. Mijn eerste stuk van Napoleon kocht ik op 15 – jarige leeftijd. Ik verkocht de scooter die ik van mijn vader kreeg om een brief te kopen die ik zag in een etalage. Die brief, waarin Napoleon zijn overwinning na de slag van Iéna (1806) aankondigt, zit nog steeds in mijn collectie. Later volgden een zakdoek, een vlag en andere kleine objecten.” Vandaag telt de collectie van Chalençon ruim 1.200 stukken die hij bewaart in zijn woning in hartje Parijs, het historische Palais Vivienne, gelegen aan Drouot. Zijn omvangrijke collectie reist de wereld rond. De verzamelaar ziet het als zijn missie om de objecten aan zo veel mogelijk mensen te tonen en blijft zijn collectie verrijken door te kopen en te verkopen. “Napoleon – verzamelaars kennen elkaar en kopen en verkopen onderling door. Recent kocht ik een servies van de ke izer, maar omdat het redelijk kostelijk was, besloot ik enkele minder belangrijke stukken te verkopen. Als verzamelaar heb je beter enkele topstukken in je collectie, dan tienduizenden onbelangrijke stukken.” De verzameling van Pierre – Jean Chalençon telt d an ook verschillende topstukken, waaronder de kroningsstaf (1804), een madrasjaal die de keizer droeg op Sint – Helena, Napoleon’s persoonlijke testament, zijn bestek uit Waterloo en het portret als eerste consul door Baron Grons. Zijn favoriete stuk is ongetwijfeld het huwelijkscontract tussen de keizer en Joséphine de Beauharnais (1763 – 1814). “Ik wil graag nog een paar pistolen van de keizer aan mijn collectie toevoegen. Zijn persoonlijke wapens zitten haast allemaal in openbare collecties. Als er een op de markt komt is het ontzettend duur. Dat geldt ook voor veel andere items – kijk maar naar het manuscript van de slag van Austerlitz! Napoleonspullen zijn vandaag onbetaalbaar geworden, vijftien jaar geleden was dat nog niet zo. De fondsen van een verzamelaar zijn ook niet eindeloos.”

Patrick Buch verzamelt al sinds de jaren tachtig. Zijn passie voor Napoleon startte dankzij een vriendschap met Napoleon – verzamelaar prof. dr. Frédéric Bastet (1926 – 2008). “Mijn eerste aankoop was een onbeduidend beeldje van Napoleon dat ik bij een veilinghuis in Den Haag op de kijkdag kocht voor 80 gulden. In die tijd voor mij toch veel geld. Beginnen met verzamelen is altijd moeilijk. Niet alleen omdat de juiste kennis nog ontbreekt, maar ook de financiële middelen en contact en ontbreken.” In de collectie van de Nederlander zitten onder andere een haarlok van de keizer, afgeknipt in 1819 op Sint – Helena, een stukje van het kleed waaronder hij opgebaard heeft gelegen in Longwood en een reliek – een kistje met overblijfselen uit het graf van de keizer in Sint – Helena. “Vooral de herkomst van dit stukje textiel is bijzonder. Het komt uit de nalatenschap van de Amerikaanse schrijver Ralph Waldo Emerson, die bevriend was met Achille Murat, een neefje van Napoleon. Het relikwie werd sa mengesteld door een Franse soldaat die betrokken is geweest bij het opgraven van Napoleon op Sint – Helena in 1840. De charme van het verzamelen is voor mij niet alleen het bezit, maar ook het traject om iets te verwerven en de research rondom het object. Al is het verwerven van topstukken niet eenvoudig, ze komen weinig op de markt. Daarom zijn persoonlijke contacten met andere verzamelaars en handelaren nog steeds belangrijk.”

Keizerlijke ‘ troonstoel ’ met een grote medaillonvormige rugleuning van verguld hout . Verkocht voor € 500.000 (incl. kosten) op 7 april 2019 bij Osenat, Fontainebleau. © Osenat.
Selfmade man

Het stijgen van de prijzen heeft verschillende redenen volgens hist oricus David Chanteranne, curator van het Musée Napoléon in Brienne – le – Château (nvdr. gelegen in de gebouwen van het oude école royale militaire de Brienne waar de keizer tijdens zijn jonge leven op de schoolbanken zat). De Napoleon – kenner merkt drie golven van belangstelling in het verzameldomein. De populariteit van het verzamelen van Napoleon memorabilia in Frankrijk en België begon eigenlijk in 1921, toen de honderdste verjaardag van de dood van de keizer werd herdacht. “Er verschenen toen veel objecten op veilingen en de belangstelling bij verzamelaars groeide. Bij de herdenking van de tweehonderdste verjaardag van zijn geboorte in 1969 deed hetzelfde fenomeen zich voor. Het bood grote families een buitenkans om historische documenten en objecten te verkopen die van vader op zoon waren doorgegeven. De derde golf zagen we in 2004, 200 jaar na Napoleons kroning tot keizer.”

Het is rond de tweede golf dat ook Jean – Pierre Osenat met zijn Empire – veilingen begon. De veilingmeester vertelt: “Het stijgen van d e prijzen had er in die periode mee te maken dat eigenaars zagen dat de objecten het goed deden op de markt en daardoor hun eigen stukken gingen verkopen. Dat zorgde niet voor een verzadiging van de markt, integendeel. Verzamelaars boden de uitzonderlijkst e stukken aan. Vandaag gebeurt dit nog steeds en zijn de prijzen vertienvoudigd. Daarnaast is er ook een nieuw publiek ontstaan: Napoleon is momenteel heel erg en vogue bij Russische verzamelaars.” De populariteit van de Franse keizer bij een nieuwer publiek heeft zijn redenen volgens David Chanteranne: “We zien de laatste twintig jaar dat veel Russen, Amerikanen en Aziaten beginnen kopen. Zij worden geïnspireerd door het selfmade man imago van Napoleon, die niet als monarch van koninklijke bloedde de troon besteeg, maar als man van het volk en militair strateeg de macht greep. Vandaag heeft het veel met fetisjisme te maken, het verzamelen van Napoleon is een passie. Hij was een bijzonder. Een gewone man, die alles gewonnen heeft en daarna alles weer verloren heeft. Dat geeft hem een menselijke kant. Tegelijkertijd zijn het objecten die ook veel waard zijn op de markt en nooit die waarde zullen verliezen. Een brief van Napoleon zal altijd meer opbrengen dan eender welke andere brief uit hetzelfde tijdperk. We kunnen het dus zeker een investering noemen.” Geen van beide Napoleon – kenners denken dan ook dat deze markt ooit zal stoppen. Jean – Pierre Osenat: “Er is zo ontzettend veel van Napoleon. De man schreef in zijn leven 40.000 brieven. Verzamelaars zullen blij ven kopen en verkopen.” Daarnaast mogen we niet vergeten dat er nog veel grote historische familiale collecties zijn, vaak van nazaten van mensen uit de entourage van de keizer. Bij Art Curial ging onlangs de Belgische collectie Verly onder de hamer voor e en totaal van € 820.000. Deze nazaten van kolonel Baron Jacques Albert Verly (1815 – 1883) uit de entourage van Napoleon III (nvdr. neef van Napoleon I) verzamelden in de 20e eeuw wapens en uniformen uit het eerste en het tweede rijk.

Slee die toebehoorde aan keizerin Josephine, hout, groen ge schilderd en verguld, lengte: 3 meter, breedte: 1,56 meter. Aangeboden op de veiling ‘L’Empire à Fontainebleau’ op 05 – 05 bij Osenat. Richtprijs: € 40.000 – 60.000
Openbare collecties groeien aan

Niet enkel privéverzamelaars maar ook culturele instellingen zijn in de markt geïnteresseerd. Emilie Robbe, curator van het departement moderne geschiedenis (1643 – 1870) in het Musée de l’Armée vertelt: “Net als veel andere musea blijft ook het Musée de l’Armée de collectie verrijken. Dit doen we zowel op internationale beurzen als bij galeries en antiquairs, maar evengoed op veilingen. Zo kochten we in december bij Osenat onder andere een miniatuur graftombe van de keizer in verguld brons en zwart patina (€ 11.375 incl. kosten). Het stuk werd als een soort souvenir gemaakt door Quesnel, die meewerkte aan de graftombe van Napoleon. En gezien deze laatste rustplaats van de keizer zich hier in het museum bevindt, hoort het stuk zeker in onze collectie thuis.” Fondsen ontvangt het Musée de l’Armée van inkomsten en de staat, maar ook privépersonen en bedrijven dragen hun steentje bij. Een inzamelactie voor de renovatie van de prestigieuze graftombe van de keizer begin dit jaar bracht het museum dankzij 2. 310 schenkers ruim € 840.000 op . Liefhebbers van Napoleon en het patrimonium dragen altijd hun steentje bij. “Schenkingen en bruiklenen maken steevast deel uit van onze werking en onze collectie”, verzekert de curator ons. “Verzamelaars en musea kunnen el kaar helpen en verrijken door in dialoog te gaan. De wereld van verzamelaars is groot. De musea en privéverzamelaars komen elkaar vaak tegen, wat niet wil zeggen dat we moeten concurreren. Er is enorm veel over Napoleon te verzamelen, maar er zijn ook vers chillende redenen voor. Een privéverzamelaar heeft vaak een passie, een bewondering voor de man en het verlangen om zo dicht mogelijk bij hem te zijn. Een museum kijkt met een minder sentimentele blik naar een historisch figuur. Een museum moet de geschiedenis vertellen zonder verbloeming of taboe. Het Musée de l’Armée is ontstaan bij Napoleon – verzamelaars, dit maakt deel uit van onze geschiedenis. Maar we moeten altijd objectief blijven. Sommige intiemere stukken van Napoleon horen dan weer niet thuis in e en museum maar net wel bij verzamelaars – omdat zij bijvoorbeeld een persoonlijke band met de stukken hebben.” Met deze strategie in het achterhoofd blijft het Musée de l’Armée aankopen, en dit vaak volgens thema. “Toen in Frankrijk in de jaren zestig en zeventig nieuwe wetgeving toeliet een deel van de erfbelasting via kunstwerken aan de staat te schenken, kwamen veel grote Napoleontische collecties, waaronder die van de familie Murat (nvdr. nageslacht van de schoonbroer van de keizer) in handen van de sta at. Deze kwamen dan terecht in de staatsmusea en er werd toen een regeling getroffen:Musée de l’armée toont voornamelijk militaria, Fontainebleau de geschiedenis van het eerste rijk, Malmaison het intieme leven van Napoleon en Josephine etc. De musea respecteren elkaars historisch domein in hun aankoopbeleid. Musea zijn geen concurrenten van elkaar. We delen dezelfde missie: het patrimonium tonen en bewaren.” Het Musée Napoléon in Brienne – le – Château is geen staatsmuseum. Toch kreeg het bij de oprichting in 1969 objecten die deel uitmaakten van nalatenschappen uit de grote Franse families ten tijde van het keizerrijk. “Het gaat vaak over stukken die al generaties lang in de familie waren. Vandaag is zoiets uiterst uitzonderlijk. We doen voornamelijk een beroep op schenkingen en nalatenschappen”, zegt David Chanteranne. “Onlangs ontvingen we zo een collectie gravures over het persoonlijke leven van de keizer, naast een collectie miniatuurfiguurtjes via een nalatenschap. Voor zulke aankopen krijgen we vaak hulp van de vrienden van het museum.” Musée de l’armée toont voornamelijk militaria, Fontainebleau de geschiedenis van het eerste rijk, Malmaison het intieme leven van Napoleon en Josephine etc. De musea resp ecteren elkaars historisch domein in hun aankoopbeleid. Musea zijn geen concurrenten van elkaar. We delen dezelfde missie: het patrimonium tonen en bewaren.” Het Musée Napoléon in Brienne – le – Château is geen staatsmuseum. Toch kreeg het bij de oprichting in 1969 objecten die deel uitmaakten van nalatenschappen uit de grote Franse families ten tijde van het keizerrijk. “Het gaat vaak over stukken die al generaties lang in de familie waren. Vandaag is zoiets uiterst uitzonderlijk. We doen voornamelijk een bero ep op schenkingen en nalatenschappen”, zegt David Chanteranne. “Onlangs ontvingen we zo een collectie gravures over het persoonlijke leven van de keizer, naast een collectie miniatuurfiguurtjes via een nalatenschap. Voor zulke aankopen krijgen we vaak hulp van de vrienden van het museum.”

Beginnende verzamelaar

Dat de prijzen de voorbije jaren sterk zijn gestegen, hoeft de aspirant verzamelaar niet af te schrikken. “Er is genoeg Napoleon voor iedereen”, beweert curator Emilie Robbe. Doorgewinterde Napoleon – verzamelaar Pierre – Jean Chalençon geeft daarom deze tips: “Iedereen kan aan een Napoleon – verzameling beginnen. Je fondsen hoeven niet uitzonderlijk groot te zijn. Een startende verzamelaar kan bij gravures en etsen beginnen en daarna overschakelen naar ge signeerde documenten, brieven, of een boek uit de persoonlijke bibliotheek van de keizer. Zo start de passie: al kopend en verkopend leer je veel en groeit je collectie. Je moet wel altijd met een doel verzamelen en geen al te zotte uitgaven doen. Verzamel en is leuk, maar genieten van het leven is belangrijker!”

 

BEZOEKEN

Napoleon, voorbij de mythe Luik – Guillemins – Europa Expo www.europaexpo.com t/m 09 – 01 – 2022

Van Waterloo tot Sint – Helena De geboorte van een legende Memoriaal Waterloo www.waterloo1815.be 05 – 05 t/m 17 – 10

Napoléon n’est plus Musée de l’Armée Parijs www.musee – armee.fr t/m 19 – 09

Musée Napoleon Bienne – Le – Château www.musee-napoleon-brienne.fr

Palais Vivienne Parijs Privébezoek op aanvraag www.palaisvivienne.co

Ontdek de andere artikels uit het april/meinummer hier of mis geen enkel nummer en abonneer je nu!

Juwelen uit de Renaissance

Terwijl in de loop van de 15e eeuw de Europese samenlevingen ingrijpende veranderingen ondergingen, begon de kunst zich te inspireren op de Grieks-Romeinse oudheid. Juwelen horen bij de mooiste staaltjes van de Europese Renaissance.

Kruseman van Elten

In 1892 kreeg het Stedelijk Museum van Alkmaar een brief van de in New York wonende kunstenaar Hendrik Dirk Kruseman van Elten. Hij wilde 69 etsen schenken aan het museum van zijn geboortestad. Ze tonen het meesterschap van de kunstenaar, die tijdens zijn leven vaak als een Amerikaanse etser werd beschouwd.

Arno Verkade

Arno Verkade reist veel tussen Amsterdam en Düsseldorf om leiding te geven aan twee vestigingen van Christie’s. Het innamekantoor in Amsterdam houdt nog maar twee online naoorlogse en hedendaagse kunstveilingen per jaar. COLLECT sprak met Verkade over de Nederlandse veilingmarkt en in het bijzonder over klassiek moderne Nederlandse kunst.  

Haren binden in stijl

Haarspelden horen bij de oudste en meest gebruikte accessoires uit de menselijke geschiedenis. Je haar bijeenhouden kun je evengoed op een elegante manier doen. Dus werden haarspelden heuse sieraden en droegen ze er zo toe bij om de standing van de drager in de verf te zetten. COLLECT toont enkele fraaie exemplaren.

De tsa-tsa

Twee tot twintig centimeter groot zijn ze: tsa-tsa’s. Het zijn votieve kleitabletten in pocketformaat, gebruikt in het Tibetaans boeddhisme. Ze vormen een toegankelijk verzameldomein dankzij de kleine afmetingen, enorme variëteit, subtiele schoonheid en doorgaans betaalbare prijskaartjes. 

Kunstkopen na de Brexit

Kunstkopen na de brexit

The deal is done. Maar wat betekent Brexit voor de kunstmarkt?

TEKST: CELINE DE GEEST

Is het niet ironisch? In 2016 beloofde de Leave-campagne onder meer dat een Brexit komaf zou maken met een heleboel overbodige bureaucratie en kosten waar Europa het Verenigd Koninkrijk al jaren mee opzadelde. De deal is amper rond en het belangrijkste gevolg lijkt precies het omgekeerde: een hoop extra administratie en dus heel wat bijkomende kosten en vertragingen. Hoe gaan handelaren die zaken doen aan beide kanten van het kanaal daarmee om? Hoe zien zij de toekomst?

Deal or no deal

Zolang de handelaren zich in het ongewisse bevonden over de deal konden ze enkel afwachten wat er uit de bus kwam. Maar dat er extra papierwerk zat aan te komen was evident, deal of geen deal. Eén ding was namelijk zeker: op 1 januari 2021 zou het Verenigd Koninkrijk de Europese eenheidsmarkt en de Europese douane-unie verlaten. De Brexit-deal moest de klap van die dubbele uitstap verzachten door de nieuwe douaneprocedures te stroomlijnen. Een hoop import-, export- en belastingprocedures zijn echter moeilijk te vermijden. Niet de handelaren maar de transportbedrijven vangen deze nieuwe lasten in de eerste plaats op. Meer dan ooit heeft iedereen die importeert of exporteert op een zekere schaal een goede export- en importpartner nodig. In januari leken die bedrijven de nieuwe situatie vrij goed te beheersen, al klonken hier en daar klachten over vertragingen bij Europese douanediensten en terugzendingen van pakketten met onvolledige documentatie. Op luchthavens zorgden extra controles voor oponthoud, terwijl sommige gespecialiseerde transportbedrijven daar vroeger een automatische doorstroom genoten.

Henry Moore (1898-1986), Family Group, 1944. Brons, gegoten door de Gaskin Foundry, Londen in 1956, in een oplage van 9 plus een kunstenaarsexemplaar. © Osborne Samuel, London.
Onzekerheid troef

Veel meer dan afwachten konden de handelaren vorig jaar niet doen, al werd er wel nog met werken geschoven en werd zo veel mogelijk nog voor de Brexit verzonden. Omdat januari altijd een wat rustiger periode is, konden ze de eerste groeipijnen van de nieuwe procedures hier en daar temperen. Ook de historische Londense galerie Colnaghi besloot het zekere voor het onzekere te nemen in december. Philippe Henricot, in België geboren en sinds 2019 specialist bij het Britse huis voor oude meesters, vertelt hoe: “De Brexit liet zo lang op zich wachten dat we besloten de werken die in 2020 bij ons te zien waren nog voor de deal naar Europa te vervoeren. We zijn traditioneel in Londen gevestigd, maar sinds een vijftal jaar hebben we ook afdelingen in Madrid en New York. We zijn het dus gewend om werken op en af te brengen. Toch kozen we voor België als land van bestemming. Deels omdat de importbelastingen van België interessanter zijn dan in veel andere landen, en deels door de nabijheid. Ook de geografische positie van België binnen Europa is voor ons gunstig, zeker voor onze klanten in Nederland en Frankrijk. Alles naar Spanje verschepen zou logistiek en financieel gewoon minder strategisch geweest zijn.” Een andere factor was Philippe zelf, die het grootste deel van de tijd in België te vinden is, en er directe toegang heeft tot de werken. Vanuit Brussel kan hij nu de Europese activiteiten verderzetten.

Een andere iconische Londense galerie is Samuel Osborne, gespecialiseerd in moderne Britse schilder- en beeldhouwkunst (o.m. Henry Moore en Lynn Chadwick). Peter Osborne, samen met Gordon Samuel bezieler van de galerie, legt uit dat een goede voorbereiding haast onmogelijk was zolang de deal onzeker bleef. “Gelukkig gebeurde de overgang op een rustig moment van het jaar zodat we minder lopende transacties hadden dan anders. Aan onze transporteur zeiden we dat we het verschepen on hold zouden zetten in januari tot alles duidelijker werd.” Ger Nillezen van de Nederlandse antiekzaak De Schootse Hoek, gespecialiseerd in Engelse meubelen, nam eveneens een afwachtende houding aan. “Normaal komen mijn Britse handelscontacten regelmatig naar Nederland om op veilingen antiek te kopen die voor Engeland interessant is. Als ze naar hier komen, brengen ze meubels mee die ik in Engeland heb gekocht. Dat heen en weer reizen ligt nu stil, mede door de coronacrisis. Gelukkig heb ik doorheen de jaren een grote voorraad opgebouwd, en kan ik dus wel even verder.” Anderen besloten dan weer de deal niet af te wachten en kozen radicaal voor een nieuwe weg. Al moet het gezegd dat Gregg Baker ook andere redenen had voor de verhuis van zijn Aziatische kunstgalerie van Londen naar Brussel. “Ik was al een paar jaar op zoek naar een andere manier van werken. Ik wou graag een ruime plek om alle werken in te bewaren en klanten op afspraak te ontvangen. De meeste van mijn klanten zijn Europees of Amerikaans, en daarom is Brussel perfect gelegen. Bovendien zijn de huurprijzen er veel lager dan in Londen of Parijs. Met de Brexit op komst wou ik ervoor zorgen dat ik voor hen beschikbaar bleef. Vorig jaar hakte ik de knoop door.” Ook veilinghuizen zagen natuurlijk de bui hangen. Bonhams, een traditionele Britse sterkhouder van de markt met tal van continentale buitenposten en belangen, moest eveneens schakelen. Koen Samson, directeur van Bonhams Amsterdam, vertelt hoe dat gebeurde: “Al sinds eind 2019 zijn wij met de Brexit bezig bij Bonhams, al wisten we niet wat de uiteindelijke deal zou worden. We namen een consultant onder de arm die alle mogelijke scenario’s – van deal tot no deal – in kaart bracht met steun van onze interne experten op vlak van financiën, transport en marketing. Aan alle Europese kantoren werden daarnaast workshops gevolgd over de Brexit en hoe ermee om te gaan.”

François-Joseph Navez (Charleroi 1787 – Brussel 1869), Hagar en de engel, Houtskool op papier, 73 x 57 cm. © Colnaghi.
Red tape

Nu de deal rond is kan er al een voorzichtige balans opgemaakt worden. Komen de reeds voelbare gevolgen overeen met wat werd verwacht of gevreesd? De eerste geluiden klinken overwegend positief. Het grootste probleem is volgens Philippe Henricot de administratieve last, de ‘red tape’ zoals de Britten het noemen. “Het duurt lang en het is duur. Onze transporteur heeft extra personeel aangenomen speciaal voor het papierwerk, en rekent ons nu een bijkomend bedrag van ca. € 150 per werk aan. Voor een zending hier en daar is dat geen probleem, maar als we in de toekomst 40 werken naar TEFAF Maastricht willen opsturen wordt het wel erg prijzig. Colnaghi kan dat opvangen omdat we in een hoge prijsklasse zitten, maar voor kleinere galeries is dat veel moeilijker. Als een werk rond de € 1.000-2.000 kost is een bijkomende kost van € 150 een spelbreker. Voor ons is dat bedrag vervelend, maar als het moet dan moet het. De vertragingen hebben ons ook de eerste weken parten gespeeld, maar ondertussen is de timing terug genormaliseerd. Hier en daar kan er nog een halve dag oponthoud optreden, maar langer duurt dat niet meer. Ondertussen vergelijken we de huidige situatie een beetje met het handelen met de Verenigde Staten.” “Als het extra kosten al geen roet in het eten gooien, dan doet in elk geval de onzekerheid over wat het exacte bedrag wordt dat wel”, vertelt Peter Osborne. “Een deal met een Duitse klant is niet doorgegaan omdat het voor hem niet duidelijk was hoeveel hij zou moeten betalen voor het importeren. We vinden het erg moeilijk om een exact bedrag te communiceren, omdat elk Europees land andere voorwaarden en regels heeft.

De totaalprijs is zelden precies te voorspellen: er zijn importbelastingen, verzendkosten, administratiekosten en douanekosten. Ook de transporteurs kunnen op voorhand geen vast bedrag garanderen. Momenteel vragen we klanten dus om ons te vertrouwen, hoewel we de prijs bij het verzenden nog niet kennen. Omgekeerd moeten wij erop vertrouwen dat de klant de uiteindelijke rekening zal betalen. Uiteindelijk zullen we er wel uitkomen, maar nu is het zoeken.” Zoeken naar voordelen bijvoorbeeld, want bij nieuwe regels en procedures horen natuurlijk ook uitzonderingen. “Nu we de details van de deal kennen, zien we al dat er voor sommige Europeanen voordelen verbonden zijn aan het verzenden van werken naar het Verenigd Koninkrijk”, zegt Koen Samson van Bonhams Amsterdam. “Het transport wordt duurder door het bijkomende papierwerk, maar in sommige gevallen kan de btw terugbetaald worden.” Het is ook aantrekkelijk voor Europese privéverzamelaars die bij Britse handelaren kopen: op Britse geëxporteerde kunst wordt geen btw geheven. De importbelasting blijft zo beperkt tot de ca. 5% die sommige EU-landen vragen. Ook Philippe Henricot ontdekte al een voordeel. “Werken kunnen grenzen oversteken op een tijdelijke basis. Je hebt dan twee jaar de tijd om ze terug te halen, zonder belastingen te betalen. Dat is vooral handig voor galeries, musea en beurzen, want bij het verkopen komt natuurlijk wel een importbelasting kijken.”

Een set van vier fusuma (schuifdeuren) gekleurd met inkt, met paarse en witte irissen in een stroom tussen gouden wolken, Japan, 17e-18e eeuw, Edo-periode, 174,5 x 387 cm. © Gregg Baker Asian Art.
Wie neemt de fakkel over?

Het is moeilijk te voorspellen wat de toekomst brengt op langere termijn. Maar dat de positie van Londen binnen de markt zal veranderen is waarschijnlijk. Vroeger was het Verenigd Koninkrijk, als deel van de Europese Unie, het voordeligste land voor de import van kunst naar Europese landen, met een importbelasting van 5%. Wie bijvoorbeeld in Spanje een kunstwerk uit New York bestelde, liet het via het Verenigd Koninkrijk importeren om het daarna gratis over te brengen naar Spanje. De importbelasting stijgt niet in het VK, maar het land verliest wel haar positie als voordelige tussenstop. Britse bedrijven die zich bezighielden met het doorsluizen van geïmporteerde kunst naar Europese landen zoeken nu een nieuwe focus, of verhuizen naar Brussel of Parijs. Voor even was Frankrijk het EU-land met de laagste btw (5,5%), maar al snel werd Frankrijk bijgebeend door Duitsland, dat haar importbelasting liet zakken van 7% naar 5,5% om beter te kunnen concurreren.

Ook België is met 6% een competitief importland. In Nederland is de importbelasting met 9% voorlopig net iets minder gunstig. Toch heeft de Londense kunstmarkt ook na de Brexit nog een belangrijke rol te spelen op het wereldtoneel. Die rol is historisch opgebouwd en nog lang niet uitgespeeld. Alle grote veilinghuizen hebben er hun hoofdkantoor, er is een hoge concentratie topgaleries en de kunstscholen zijn er ongeëvenaard. “Londen staat sinds de 18e eeuw in het centrum van de internationale kunsthandel en dat zal zo blijven,” zegt Koen Samson. “De stad heeft als groot voordeel dat ze een centraal punt is tussen de VS en Azië.” Zijn Brusselse collega Christine De Schaetzen valt hem bij: “De aantrekking van Londen als internationale marktplaats blijft bestaan. Business goes on, er blijven in Londen Europese kunstwerken binnenkomen en in Engeland worden nog steeds kunstwerken gekocht door Europese verzamelaars. Wat België betreft, zijn er zelfs meer kopers de laatste maanden, en het aantal blijft stijgen.” Peter Osborne voorspelt dan weer dat de markt zal vertragen: “Mensen houden niet van extra papierwerk, kosten, en gedoe. Ze vinden het ook onpraktisch om niet op voorhand de totaalprijs te kennen. Daardoor zullen ze aankopen annuleren. Kunst blijft natuurlijk een niet-essentiële aankoop. Een tweede galerie openen in België of Frankrijk zit er voor ons nog niet meteen in, daarvoor weegt het aandeel van Europese aankopen niet genoeg door. Twee derde van onze transacties zijn Brits en Amerikaans.”

Wat antiek betreft, is Ger Nillezen evenmin erg optimistisch. “Ik merk de ongerustheid bij Engelse en Europese handelaren. We worden al ernstig getroffen door de coronamaatregen en nu komt daar de Brexit nog eens bovenop. Mijn Engelse contacten zijn momenteel erg voorzichtig. De antiekhandel tussen Engeland en de EU zal de eerste jaren verminderen, zeker nu er nog voldoende Engels antiek in Nederland en de EU te koop is. Maar als er op het vasteland een schaarste van Engels antiek ontstaat, zal Engeland weer meer in trek komen.” Philippe Henricot denkt nochtans dat andere steden zouden kunnen profiteren van de Brexit. “Een stad als Parijs haalt hier veel voordelen uit, net als Brussel, Antwerpen en Amsterdam. Dat zijn allemaal steden met een traditie van kunsthandel, die nu een aangename positie hebben.” Gregg Baker is alvast zeer tevreden met zijn switch naar Brussel. “Het algemene gevoel van mijn klanten is dat ze erg blij zijn met de gemakkelijkere toegang tot mijn galerie. Ze zijn opgelucht dat ze minder problemen of onzekerheid hebben over invoerbelastingen en verzendingskosten. Dat was het hele plan, dus ik ben ook blij.”

 

BEZOEKEN
Colnaghi, London, www.colnaghi.com
Samuel Osborne, London, www.osbornesamuel.com
Gregg Baker, Brussel, www.japanesescreens.com
De Schootse Hoek, Den Bosch, www.antiekdeschootsehoek.nl
Bonhams, Brussel & Amsterdam, www.bonhams.com

 

 

Ontdek de andere artikels uit het maartnummer hier of mis geen enkel nummer en abonneer je nu!

 

Art brut op de kunstmarkt

Art brut was lang alleen in gespecialiseerde galeries en musea te zien. Tegenwoordig geniet deze ‘outsiderkunst’ steeds meer erkenning bij kunstliefhebbers en op de markt. De groeiende belangstelling is onder meer te danken aan grote monothematische beurzen en aan de dialoog met de hedendaagse kunst. De art brut is een heel bijzonder domein, zonder vaste grenzen. 

Henk Visch

De beelden van Henk Visch (°1950, Eindhoven) zijn speels zonder kinderachtig te zijn, gigantisch hoewel niet bombastisch, en herkenbaar maar nooit plagiaat. Zijn universum is bedachtzaam, poëtisch, gestileerd, krachtig en een ode aan evenwicht in vorm en in materiaal. Decennialang bouwt Visch aan een wereld waarin zijn herkenbare figuren zichzelf maar zeker het publiek tot reflectie dwingen. Aan de hand van één werk reflecteert Visch deze maand over zichzelf in COLLECT en bij Tim Van Laere Gallery.

Fifties Muranoglas

In veilingzalen vind je vaak objecten van Muranoglas, vooral dan vazen, lusters en lampen. Die liggen goed in de markt. Zeker als ze het werk zijn van beroemde ontwerpers als Barovier & Toco, de Ballarin-dynastie, Pauly & C, Seguso, Paolo Venini en kunstenaars die hebben samengewerkt met de ateliers in Murano, zoals Fulvio Bianconi, van wie er begin maart twee uiterst zeldzame stukken ter veiling worden aangeboden in München.